#2c2c2c

ANIMATIEFUNCTIES

Een startershandleiding voor animatie: soorten, technieken en tutorials.

Van Sneeuwwitje tot South Park, Monsters, Inc. tot Minecraft: animaties spreken enorm tot de verbeelding. Bijna allemaal hebben we wel een favoriete animatiefilm die ons altijd bijblijft. Gaming is al lang geleden mainstream geworden. Sitcoms als The Simpsons zijn net zo bejubeld als hun tegenhangers zonder animatiefiguren.

Animatie verkennen

Person sketching animated characters onto paper.

Maar animatie gaat verder dan entertainment. Tegenwoordig vind je animators niet alleen in Hollywood-studio's, maar ook in marketingteams. Tijdens de Covid-29-pandemie zag je elke dag computergegenereerde virusanimaties op het nieuws. Volgens Bloomberg zal de wereldwijde animatiemarkt rond 2030 een waarde hebben van USD 640 miljard.

Dus hoe is het om animator te zijn? In welk opzicht is animatie veranderd? En wellicht het belangrijkste: wat is animatie?

In dit artikel duiken we net als Ariel de diepte in.

Wat is animatie?

Kort gezegd verstaan we onder animatie het snel na elkaar filmen van opeenvolgende, zeer vergelijkbare statische beelden om de indruk van beweging te wekken.

Animatie is gebaseerd op een optische illusie, 'beeldpersistentie' genoemd. Onze ogen houden beelden gedurende een tiende van een seconde vast, dus wanneer we beelden sneller dan dat zien, voegt ons brein ze samen.

Om dit effect te creëren gebruiken animators meestal 12-24 afzonderlijke afbeeldingen voor elke seconde animatiefilm. Vóór de opkomst van digitale animatietechnieken werden deze vaak met de hand geschilderd of getekend op celluloid vellen (cels).

Dit was minutieus werk en producties met een groot budget huurden hiervoor een uitgebreid animatieteam in. The Lion King uit 1994 had bijvoorbeeld 600 animators en technici in dienst.

Tegenwoordig gebruiken de meeste animators digitale animatietechnieken, die minder inspanningen vergen, maar nog steeds veel kennis vereisen.

Animation reel showing dragon flying in different stages.

Is animatie hetzelfde als tekenfilms?

Tekenfilms zijn animatiefilms, vaak met een overdreven visuele stijl en gekke plot. Ze worden met animatietechnieken gemaakt, maar hebben een andere oorsprong dan andere animatiestijlen. Tekenfilms zijn terug te voeren tot de satirische illustraties in tijdschriften en kranten en de stripverhalen uit de 18de en 19de eeuw.

Is animatie hetzelfde als animatics?

Animatics zijn ruwe beeldsequenties die animators en regisseurs gebruiken om opnamen, timing en scènes te plannen. Ze zijn in feite een geanimeerd storyboard en worden veel gebruikt bij allerlei producties, van tekenfilms tot reclames.

Voor het maken van animatics filmden animators vroeger afzonderlijke tekeningen met een camera. Nu gebruiken ze veel vaker programma's als Adobe Illustrator of After Effects.

Is animatie hetzelfde als anime?

Anime is een Japanse animatiestijl. Het is een zeer divers medium, maar wordt vaak gekenmerkt door fantasierijke plots, bijzonder camerawerk en prachtige settings. Je ziet de klassieke anime-stijl in series als Pokémon of Studio Ghibli-films als Spirited Away.

Welke soorten animatie zijn er?

De meeste vormen van animatie vallen in vijf subcategorieën. Laten we ze één voor één bekijken.

Stop-motionanimatie.

Bij stop-motionanimatie manoeuvreren animators hun objecten fysiek – in kleine stapjes – in de juiste positie om een gevoel van beweging te creëren. Voorbeelden van deze low-budget, maar zeer opvallende stijl zijn A Nightmare Before Christmas van Tim Burton en het vroege cutout-motionwerk van Matt Stone en Trey Parker.

2D-animatie.

Je kunt bewegende 2D-figuren zien in zoötropen – een van de eerste animatie-apparaten. Zoötropen imponeerden het Victoriaanse publiek met een serie beelden die na elkaar werden getoond via een roterende cilinder met sleuven. 2D-animatie wordt tegenwoordig vooral geassocieerd met bewegende vectorafbeeldingen die zijn gemaakt met Adobe Animate (voorheen Adobe Flash). Halverwege de jaren 2000 was flash-animatie een belangrijke factor in online tekenfilms en games.

2D animation sequence of cartoon zombie walking and falling.

Digitale animatie.

Digitale animatie vind je overal, van je favoriete videogames tot de nieuwste Pixar-kaskraker. Net als bij 2D-vectoranimatie worden figuren bij digitale animatie 'gerigd' met een techniek die meer in de buurt komt van poppenkast dan traditionele animatie.

Motion graphics.

Met motion graphics breng je tekst, logo's en andere statische ontwerpen tot leven. Je vindt ze in tv-reclames, instructievideo's en geanimeerde logo's.

brand of cream.
Jarenlang de dominante animatievorm. Celanimatieteams creëerden duizenden aparte tekeningen op transparante plastic sheets, cels genoemd, voordat ze deze toepasten op een decor. Deze techniek is de drijvende kracht achter veel Disney-klassiekers zoals Bambi en De kleine zeemeermin. Celanimatie is uit de gratie sinds de jaren '90, maar velen herinneren zich de tijd van de celanimatie als een gouden tijdperk.

Andere animatietechnieken.

  • Klei-animatie. Klei-animatieartiesten gebruiken stop-motiontechnieken om de bewegingen van kleifiguurtjes vast te leggen. Het resultaat is aantrekkelijk lo-fi, maar uitermate ingewikkeld. Beroemde klei-animatieartiesten zijn onder andere Nick Park, maker van Wallace & Gromit.
  • Flipboekanimatie Wil je het wezen van animatie zien, kijk dan eens naar een flipboek. Een flipboek bevat een serie afbeeldingen die geleidelijk het effect van een bewegend beeld creëren als je het boek heel snel doorbladert.
  • Morphing ofwel beeldvervorming. Morphing, dat erg in trek is bij makers van sci-fi-, horror- en fantasyfilms, is het overvloeien van het ene beeld in het andere. Morphing was in de jaren '80 en '90 zeer populair in muziekvideo's en live-actionfilms.
  • Loopcyclus. In een loopcyclus creëer je een loopeffect door koppeling van een serie afzonderlijke bewegingen. Deze cyclus herhaal je vervolgens, zodat je niet elke stap opnieuw hoeft te animeren. Het is relatief simpel om een eenvoudige loopcyclus van vier kernbewegingen te maken, maar een meer realistische loopcyclus vereist veel aandacht voor details.
  • Lipsynchronisatie in animaties. Mond en stem van een personage moeten met elkaar worden gesynchroniseerd. Dit is soms erg ingewikkeld, maar essentieel voor een realistische weergave. Tegenwoordig wordt veel van dit werk gedaan met behulp van AI-technologie.
  • Cel Shading. Cel shading gebruik je om 3D-computerafbeeldingen plat te doen lijken, waardoor het uiterlijk van stripboeken of celanimaties wordt nagebootst. .
  • Rotoscoping. Bij deze techniek trekken animators bewegend filmmateriaal over en maken zo animatiebeelden, van oudsher met een apparaat met glasplaat, rotoscoop genaamd. Tegenwoordig gebeurt dit digitaal, maar de naam is gebleven.
  • Versnellen (CSS). Versnellen helpt animators realistische overgangen in bewegingen te maken. Het is een subtiele, maar belangrijke kunst: wanneer we een bal gooien of een lade openen, doen we dit zelden met dezelfde snelheid. Met Versnellen voelen deze alledaagse handelingen natuurlijker aan.
  • Rigging. Deze techniek wordt veel gebruikt in 3D- en 2D-animatie om bewegende personages te maken. Animators maken een rig, een soort skelet, dat bestaat uit een oppervlak-weergave en een set onderling verbonden delen, met een set kernbewegingen.
  • Maskeren. Met maskering kun je delen van een afbeelding tegen een decor bedekken en verbergen. Zo creëer je de illusie dat een object het decor in en uit beweegt.
  • Mechanische animatie. Technici maken vaak 3D-weergaven van complexe mechanische voorwerpen. Zo kunnen ze laten zien hoe hun producten werken, van montage tot reparatie.
  • Typografie. Typografie-animators voorzien film-, tv- en marketingteksten van animaties. Hiertoe wordt ook lettertypeontwerp voor covers gerekend.

Geschiedenis van de animatie.

Al millennia lang worden bewegende beelden gebruikt voor het vertellen van verhalen. Plato's allegorie van de grot, waarin de emotionele verbintenis van mensen met schimmenspellen werd verkend, dateert al van 380 vóór Christus.
Image of an old film reel projector in a dark room.

In de 17de eeuw trakteerden toverlantaarns het publiek op bewegende figuren tegen een statisch decor. Twee eeuwen later creëerden zoötropen en fenakistiscopen wellicht voor het eerst een serie snel veranderende beelden om beweging te suggereren.

Begin 20ste eeuw gebruikten filmmakers cameratechnologie om animaties te maken van handgetekende tekeningen en stop-motiontechnieken. Het uit 1908 stammende Fantasmagorie van Emile Cohl is een van de bekendste werken uit die tijd. Zes jaar later ontwikkelde Earl Hurd celanimatie – de dominante animatietechniek in de daaropvolgende zeventig jaar.

Steamboat Willie van Walt Disney, het eerste uitje voor Mickey Mouse, werd in 1928 uitgebracht. Dit was het begin van een gouden tijd voor de animatie. In de jaren '30 zagen allerlei Disney-figuren – van Goofy tot Donald Duck – plus de Looney Tunes-creaties zoals Bugs Bunny van Warner Bros, het licht. Disney bracht in de dertig jaren erna filmklassiekers uit, van Sneeuwwitje en de zeven dwergen tot Jungle Boek. In de jaren '60 en '70 brachten animators, poppenspelers en stop-motionartiesten vanuit een tegencultuur niet-mainstream technieken onder de aandacht van het grote publiek. Met de anarchistische sequenties van Terry Gilliam in Monty Python's Flying Circus vervaagde de lijn tussen cutout en collage. Elders in het VK betoverden de stop-motioncreaties van Oliver Postgate, zoals The Clangers, kijkers met een zachtaardige wereld waarin muisachtige wezens op de maan leefden, in fluittonen spraken en alleen soep aten.

Celanimatie bleef tot ver in de jaren '80 zeer populair. We zien hoe de Studio Ghibli-films zoals My Neighbour Totoro in die tijd doordringen tot westers publiek. Maar aan het einde van de jaren '80 begon Disney door de verbeterde computertechnologie digitale technieken te gebruiken in producties als The Rescuers Down Under (De Reddertjes in Kangoeroeland).

Intussen werden korte digitale-animatiefilms van Pixar, zoals Luxo Jr. populair door de opkomst van 3D-videogames in Japan. Pixar's eerste lange film, Toy Story uit 1995, werd met lovende kritieken ontvangen. Het digitale-animatietijdperk was begonnen.

Hoe begin ik als animator?

Man at desk drawing on a graphic design pad.
Er zijn allerlei hulpmiddelen en programma's die je helpen je eerste stappen als animator te zetten. Lees de volgende tips om te zien hoe je aan de slag kunt gaan.

Animatiesoftware.

Of je nu een ontluikende digitale-animatieartiest bent of een traditionele klei-animatiepurist: je hebt goede software nodig om te kunnen beginnen.

  • Adobe Animate. De keuze bij uitstek voor web-, tv- en gamingontwerpen in 2D en 3D. Je begint heel eenvoudig met een krabbel en voordat je het weet, is je ontwerp een levend, pratend meesterwerkje geworden. Je leert hiermee alle kneepjes van het vak, van tweening en rigging tot sequencing.
  • Adobe After Effects. Klaar voor een volgende stap? After Effects helpt je je creaties verder te verfraaien met visuele effecten, motion graphics en composities. Je kunt er prachtige animaties mee maken, van de credits in het begin tot de postproductie.
  • Adobe Premiere Pro. Ben jij een stop-motionartiest? Premiere Pro is de plek om beelden te importeren en samen te voegen. Sequencing, bewerking en animatie, en dat allemaal op één plek.

Animatietutorials.

Klaar om animaties te maken? Onze wereldwijde creatieve community heeft allerlei fantastische hulpmiddelen voor je.

  • Maak van een schets een animatie. Maak op je iPhone, iPad of Android-apparaat een vectorvorm en breng deze tot leven als animatie of animatic.
  • Teken met het penseel. Gebruik het Penseel om artistieke en aantrekkelijke personages en objecten te tekenen. Experimenteer met voorinstellingen, verf en technieken als semi-transparante lagen.
  • Gebruik de wizard Handelingen. Voeg zonder kennis van code interactiviteit toe aan je beelden. Leer aan de hand van de voorbeeldbestanden hoe je dit doet en pas de technieken vervolgens toe op je eigen ontwerp.

Carrière in animatie.

Two men and a woman at a desk having a discussion over design materials.

Werken als animator is voor velen van ons een droombaan. Maar hoe begin je? Met de volgende eenvoudige stappen helpen we je op weg om animaties te maken voor een baas, een freelance opdracht of gewoon voor de lol.

  1. Steek er tijd in. Ook al ben je een natuurtalent op het gebied van animatie: je moet de tijd nemen om je vaardigheden te perfectioneren. Lees alles wat je kunt vinden over je onderwerp, met name theorieën als de 12 animatieprincipes. Laat je inspireren door bekende en minder bekende animators en verdiep je in onderwerpen buiten het directe veld. Als je iets weet over acteren, kun je bijvoorbeeld een vloeiender, natuurlijker personage creëren.
  2. Volg cursussen. Maar heel weinig animators zijn volledig autodidactisch. Volgens het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics heb je zelfs voor de meeste animatorbanen een bachelordiploma nodig. Of je nu wel of niet een opleiding volgt, enige vorm van training is nodig om de technieken en softwarevaardigheden te leren die je als animator nodig hebt.
  3. Begin met creëren. Voorzien van software, nieuwe vaardigheden en inspiratie van docenten, deskundigen en collega's is het tijd om creatief te worden. Gebruik Adobe Animate om personages, sequenties en korte films te maken.
  4. Maak een portfolio. Met een indrukwekkend portfolio bewijs je je vaardigheden als animator. Dit is je kans om aan te tonen hoe uniek je bent – en hoe jij verhalen, personages en objecten beter tot leven brengt dan je concurrenten. Doe vooral inspiratie op door andere creatieve portfolio's online te bekijken, zodat je weet hoe jouw portfolio kan opvallen. Adobe Express is een geweldige plaats om inspiratie op te doen en heel eenvoudig je bestanden in een sjabloon te slepen.
  5. Doe ervaring op. Het is tijd om, gewapend met je portfolio, naam te maken. Benader animatie- en ontwerpstudio's of bied je aan bij animators als assistent.
  6. Solliciteer. Met diploma's, ervaring en een portfolio heb je een goede uitgangspositie om een baan of freelance werk als animator te vinden. Zorg voor leuke, creatieve sollicitaties en wees geduldig. Er is veel concurrentie in de creatieve sector, maar met de juiste houding en vaardigheden kom je er wel.

Animatieproces.

Close up of person sketching on storyboard with a pencil.

Of je in een studio werkt, freelance opdrachten maakt of gewoon een hobbyist bent: het animatieproces volgt in alle gevallen een vergelijkbaar patroon. Laten we dat eens bekijken.

  • Verhaal. Elke animatie moet een verhaal vertellen, of je film nu tien seconden of twee uur duurt. Dus bedenk als eerste je verhaal – hoe eenvoudig ook – en begin dan pas met de productie. Hierdoor creëer je een efficiëntere workflow en heb je een helder concept voor ogen. Bovendien spreekt je animatie hierdoor waarschijnlijk meer mensen aan.
  • Script en conceptschetsen. Daarna is het tijd om je verhaal op papier (of het scherm) te zetten. Een script helpt je te ontdekken of het verhaal klopt. Met conceptschetsen kun je een consistente visuele stijl ontwikkelen.
  • Storyboard en animatics. Een storyboard is essentieel voor het plannen van het tempo, het ritme en de look van je film. Daarna werk je het storyboard uit met een animatic. Dit is een geweldige manier om al vroeg een zeer ruwe indruk te krijgen hoe het verhaal eruit gaat zien.
  • Animate. Breng vervolgens je personage tot leven. Begin met een referentievideo om de specifieke bewegingen van je personage vast te leggen. Maak vervolgens in je ontwerpsoftware keyframes die de essentie van de beweging weergeven. Maak daarna tussenbewegingen (en spline deze met je software), zodat de bewegingen vloeiender worden. Voeg daarna leven, details en imperfecties toe om je personage levensecht te maken. Volg de 12 basisanimatieprincipes voor een creatie die echt en karaktervol aanvoelt.
  • Postproductie. Dit is de fase die essentieel is voor de ontwikkeling van de animatie. Het is de tijd voor de speciale effecten en belichtingstoverkunsten die je film nodig heeft om van het scherm af te spatten. Je moet ook je ontwerpen renderen om de data en stilstaande beelden van je film vast te leggen. Ook kleurcorrectie en -gradatie zijn essentieel om ervoor te zorgen dat elke shot aansluit op de vorige.
  • Muziek. Tot slot is het tijd voor je soundtrack. Voeg muziek, geluidseffecten en dialoog toe om je animatie te voltooien.

Animatie voor beginners: basisbegrippen.

  • 2D-animatie. De tweedimensionale stijl die vóór het digitale-animatietijdperk werd gevolgd. Denk hierbij aan zoötropen, celanimaties en vectorkunst.
  • 3D-animatie. Animaties die je in computersoftware maakt met polygonen. Pixar-films zijn hier een goed voorbeeld van. Je kunt ook stop-motionanimaties maken als 3D.
  • Stop-motionanimatie. Met behulp van kleifiguren, poppen of andere objecten filmen stop-motionanimators bewegingen stapje voor stapje in dit tijdrovende, maar zeer geliefde genre.
  • Framesnelheid. De snelheid waarmee beelden worden getoond, meestal uitgedrukt per seconde. Animators gebruiken meestal 12-24 frames per seconde.
  • Keyframe/-pose. Het begin- en eindpunt van een beweging in een frame. In 3D-animatie worden deze gemaakt als deel van het skelet, of de 'rig', van een personage.
  • In-betweens of tussenbewegingen. De kleine bewegingen tussen twee keyframes die zorgen voor een vloeiende overgang. Deze worden soms geïnterpoleerd met behulp van software.
  • Miniaturen. Deze worden gebruikt om ruwe ideeën voor een scène of personage te schetsen of als placeholder in een uiteindelijke afbeelding. Animators gebruiken ze vaak om goedkeuring of feedback te krijgen van seniors of creators.
  • Timing. In animaties wordt elke actie tot in het kleinste detail gepland. Timing verwijst naar de tijd die een beweging van begin tot einde duurt.
  • Afstand. Met afstand tussen frames kun je consistente beweging creëren. Dit is essentieel voor een realistisch beeld.
  • Versnellen. Net als bij afstand draait versnelling om het realistisch maken van bewegingen. In dit geval gaat het om de snelheid en het tempo van een beweging.
  • Composities. Dit is het combineren van ongelijksoortige elementen in een scène tot een samenhangend geheel.
  • Storyboard. In je storyboard geef je grof aan hoe elk shot eruit ziet. Dit gebeurt vóór de productiefase. Als een storyboard is voorzien van animatie, wordt dit een animatic genoemd.
  • Inktvlek. Deze eenvoudige animatiestijl hielp cartoonisten in het verleden om hun werk snel te produceren. Het staat ook bekend als rubberbuizenanimatie omdat veel personages eruit zagen alsof ze rubberen buizen droegen. Zie Mickey Mouse in Steamboat Willie.
  • Kleurenscript. Een werkdocument voor het vaststellen van kleurcombinaties en hun relatie met emotionele thema's en belangrijke momenten in een verhaal.
  • Kleurgradatie. Dit gebruik je om te zorgen voor consistent kleurgebruik in de shots.
  • Twinning. Als twee delen van een personage, meestal aan tegenovergestelde kanten van het lichaam, op dezelfde manier bewegen. Dit komt over als onnatuurlijk.
  • Tweening. De afbeeldingen die je tussen keyframes plaatst waardoor de beweging vloeiend en natuurlijk lijkt.
  • Animatic. Een storyboard met animatie dat wordt gebruikt om shots te plannen en zicht te krijgen op het eindresultaat voordat de productie begint.
  • Overlay. Tekst en afbeeldingen die op een animatie worden gelegd om details toe te voegen, bijvoorbeeld titels, bijschriften of watermerken.
Two laptops on desk running colour editing software.

Ontdek meer over animatie.

https://main--cc--adobecom.hlx.page/cc-shared/fragments/seo-articles/get-started-notification-blade